Rundvlees met petehbonen in kokossaus

Dit Indische gerecht heb ik jaren geleden eens gegeten, nou ja, iets wat erop lijkt in ieder geval. Helaas had ik het recept niet, dus ben ik zelf gaan experimenteren. Vol trots heb ik een Molukse buurvrouw laten proeven. De saus was net niet helemaal naar haar zin, dus heeft ze er wat santen (kokoscrème) bijgedaan - een heel goed idee van haar. De petehbonen hebben een heel aparte smaak die absoluut niet lijkt op die van sperziebonen. Je kunt ze in blik of uit de diepvries in de meeste toko's vinden. Zoals alle Indische gerechten smaakt het vlees het lekkerst als je het een dag van te voren bereid.

Ingrediënten

500 g magere runderlapjes

1 ui

1 teentje knoflook

1 stengel sereh

4 cm laoswortel

1 el komijn 

1½ el gemalen koriander

2 citroenbladeren

1 daon salamblad (Indische laurier)

75 g petehbonen

½ blok santen

300 ml heet water

zout naar smaak

Bereiding

Snijd het vlees in blokjes van 2 cm. Snipper de ui en de knoflook, snijd de sereh in stukjes van 4 cm, snijd de laoswortel doormidden. Snijd de petehbonen in reepjes van 2 millimeter. 

Verhit de olie in een hapjespan op matig vuur en bak hierin de ui. Voeg na een minuut de knoflook, sereh, laoswortel, citroenbladeren, daon salam, komijn en koriander toe, bak 3 minuten. Voeg het vlees toe en bak rondom bruin. Blus het af met water en voeg de santen toe, laat met het deksel op de pan ongeveer een uur sudderen op laag vuur. Roer af en toe zodat de santen goed oplost. Voeg na een uur de petehbonen toe en laat nog een half uur stoven. Breng op smaak met wat zout en verwijder voor het serveren de sereh, laos, citroenbladeren en daon salam.

Als je het gerecht een dag van te voren bereid kun je het het beste in een afgesloten bakje in de koelkast bewaren en de kruiden pas vlak voor het opdienen verwijderen. Breng het dan ook pas de volgende dag op smaak met zout. 

Lekker met rijst en atjar (zoetzure salade)

Voor 2 tot 3 personen

olie