cover

cover

Printvriendelijke versie

Voor een printvriendelijke weergave kun je op de titel van het recept klikken. Onderaan vind je de Print Friendly button. De printvriendelijke versie opent in een nieuw venster.

vrijdag 31 januari 2014

Risotto met zongedroogde tomaten en rozemarijn

Risotto is zo'n heerlijk gerecht waar je alle kanten mee op kunt. Vegetarisch, met vis of vlees, als hoofdgerecht of als bijgerecht, mild, zoetig of pikant. Dit recept had ik al een tijdje in m'n hoofd, en het smaakte precies zoals ik het wilde hebben. Snel delen dus!

Ingrediënten

200 g risottorijst
1 ui
2 teentjes knoflook
50 g zongedroogde tomaten
5 g gedroogd eekhoorntjesbrood
200 g milde groene pepers of groene paprika
150 g kastanjechampignons
1 tak verse rozemarijn (of 1 el gedroogde rozemarijn)
1 el paprikapoeder
1 blokje paddenstoelen- of groentebouillon
ca. 600 ml water
2 el olijfolie
1 el boter
versgemalen zwarte peper
(zee) zout
geraspte Italiaanse harde kaas, bijvoorbeeld Grana Padano

Bereiding

Week de gedroogde tomaten in 150 ml kokend water en het eekhoorntjesbrood in 75 ml kokend water. Haal beiden na 20 minuten uit het water, knijp uit, bewaar het water. Snijd de tomaten en het eekhoorntjesbrood in reepjes.
Hak de ui fijn, halveer de pepers in de lengte en snijd in reepjes, snijd de champignons in plakjes. Snijd de blaadjes rozemarijn fijn.
Verhit de boter en de olie in hapjespan op matig vuur, fruit hierin de ui, de geperste knoflook en het paprikapoeder tot de ui glazig is. Voeg de rijst toe, zorg dat alle rijstkorrels met vet bedekt zijn. Blus af met het weekwater, roer af en toe. Verkruimel nu het bouillonblokje boven de rijst en voeg ongeveer een kwart van het water toe, herhaal dit zodra het water opgenomen is. 
Voeg nu de tomaten, eekhoorntjesbrood, rozemarijn en water toe, meng met de rijst. Voeg, wanneer het vocht opgenomen is, de peper en de champignons en het resterende water toe, laat alles op laag vuur garen. Controleer, wanneer al het vocht opgenomen is, of de rijst gaar is. Zo niet, voeg dan wat extra water toe en laat de risotto nog even koken. Een risotto moet smeuïg zijn, kook het dus niet helemaal droog. Breng op smaak met peper en zout, strooi de kaas erover. 

Hoofdgerecht voor 2 personen



zondag 19 januari 2014

Kip met broccoli en oestersaus

Dit heerlijke roerbakgerecht maak ik vaak op een doordeweekse dag als ik niet erg veel tijd heb om te koken. Je hebt niet veel nodig en het staat vrij snel op tafel. 

Ingrediënten

300 g kipfilet 
500 g broccoli
1 klein blikje bamboescheuten
1 ui
1 teentje knoflook
3 ingelegde chilipepers
stuk verse gember van ½ cm
½ tl Chinees 5-kruidenpoeder
50 ml oestersaus
25 ml water + 1 kopje water 
4 el olie

Bereiding

Snijd het kipfilet in blokjes, snijd de ui in fijne ringen, hak de knoflook, gember en chilipeper fijn. Verdeel de broccoli in roosjes, schil de steel en snijd in stukjes. Laat de bamboescheuten uitlekken. 
Meng de oestersaus met het 5-kruidenpoeder en 25 ml water. Verhit 2 el olie in een wok op hoog vuur, roerbak de kip hierin gaar. Haal het vlees uit de wok, houd apart. Draai het vuur laag, voeg 1 el olie toe en roerbak de broccoli 3 minuten. Blijf roeren, let op dat de broccoli niet aanbrand. Voeg het kopje water toe, kook broccoli beetgaar. Voeg, zodra al het water verdampt is, de resterende olie toe. Zet het vuur iets hoger, doe de ui, knoflook en chilipeper erbij. Roerbak 2 minuten, voeg dan de kip en de bamboescheuten toe. Bak nog eens 2 minuten, voeg dan de saus toe en meng alles goed door elkaar. 
Serveer met rijst. 

Voor 2 tot 3 personen


vrijdag 17 januari 2014

Wildzwijnrug met rozemarijn

Ik ben gek op wild! Meestal Vaak wordt het geserveerd met jus en stoofperen,  maar het kan ook anders. Bijvoorbeeld met rozemarijn, uien, knoflook, zongedroogde tomaten.... nieuwsgierig? Lees dan snel verder! En mocht je niet zo dol zijn op wild, kun je ook lamsvlees gebruiken.


Ingrediënten

500 g wildzwijnrugfilet
2 kleine uien
2 teentjes knoflook
stukje Mdme Jeanettepeper
1 tak rozemarijn
1 grote rode paprika
1 courgette
25 g zongedroogde tomaten
1 el maismeel
1 el groentebouillon (instant)
1 el paprikapoeder
zout, peper
4 el olijfolie

Bereiding

Snipper 1 ui, hak de peper en de knoflook. Meng dit met de rozemarijn en 2 eetlepels olijfolie, marineer het vlees hierin minimaal 4 uur, liefst overnacht.
Verwarm de oven voor op 150 graden (onder- en bovenwarmte). Week de tomaten in heet water tot ze zacht zijn, bewaar het vocht, snijd de tomaten in reepjes. Vul het vocht water aan tot 400 ml. Snipper de andere ui, snijd de paprika en de courgette in blokjes. Verhit 1 el olijfolie in een hapjespan op matig vuur, voeg het vlees met de marinade toe, braad het vlees rondom bruin. Leg het vlees in een ovenschaal, leg de rozemarijn erop. Braad het vlees 30 (roze) tot 45 (doorbakken) minuten. 
Voeg 1 eetlepel olie toe aan de overgebleven olie, verhit op matig vuur en fruit hierin de tweede ui en het paprikapoeder 2 minuten. Voeg het maismeel toe en bak tot de olie opgenomen is, blus af met het water. Doe de groentebouillon, gedroogde tomaten, paprika en courgette erbij en laat 10 minuten op matig vuur koken. Breng op smaak met peper en zout.
Haal het vlees uit de oven en laat het even rusten, verwijder de rozemarijn. Snijd het in plakjes en serveer met de groentesaus.
Lekker met gekookte aardappels of pasta.

Voor 2 tot 3 personen








Granaatappellikeur

Mijn oudtante trok er vroeger op om bessen te plukken die ze gebruikte om likeur te maken. De likeur was erg populair in de familie en kwam alleen bij speciale gelegenheden op tafel. Het recept was altijd een goed bewaard geheim, tot ik haar kookboek eens grondig ging doorbladeren... De bessen heb ik vervangen door granaatappel, maar je kunt vrijwel alle soorten fruit hiervoor gebruiken. Je hebt wel wat geduld nodig, de likeur moet 4 weken staan voordat hij klaar is.

Ingrediënten

0,7 l wodka
250 g granaatappelpitten
250 g witte kandijsuiker
1 el gedroogde sinaasappelschil

Bereiding

Doe de granaatappelpitten en de sinaasappelschil in een schone fles of een glas met een brede opening. Doe de kandijsuiker erop, voeg de wodka toe. Sluit de fles af en zet ze op een lichte plek, liefst op de vensterbank. Schud de fles na een week om, doe dit vervolgens om de dag. Je ziet de kandijsuiker langzaam oplossen. Giet de likeur na 4 weken door een vergiet, gooi de granaatappel en de sinaasappelschil weg, vul de likeur met behulp van een trechter in kleine flesjes.

Voor 0,7 liter





vrijdag 3 januari 2014

Groentestoof met Marokkaanse left

Niet zo lang geleden zag ik in een Marokkaanse winkel stoppelknol, ook wel left genoemd. Dat stond ook op het bordje, dus ik wist eigenlijk niet helemaal zeker wat het is. Als je me een beetje kent, weet je dat ik me door zoiets niet laat tegenhouden, dus heb ik een paar gekocht. Met hulp van een collega ben ik achter de Nederlandse naam van deze groente gekomen. Stoppelknol klinkt misschien niet erg aanlokkelijk, maar je moet je zeker niet laten misleiden door de naam. Het is een bietensoort met een licht pittige smaak. Je kunt ze stoven maar ook gewoon rauw eten, bijvoorbeeld in de salade. Als alternatief kun je koolrabi of knolrapen gebruiken.


Ingrediënten

500 g stoppelknol
1 wortel
1 grote aubergine
1 tomaat
1 blik kikkererwten
2 kleine uien
2 teentjes knoflook
1 Mdme Jeanette peper
2 takjes verse munt
2 el 7 kruidenpoeder
300 ml groentebouillon
zout
3 el olijfolie

Bereiding

Hak de ui, peper en muntblaadjes fijn. Snijd de tomaat en de aubergine in blokjes. Schil de wortel en de stoppelknollen en snijd ze eveneens in blokjes. Laat de kikkererwten uitlekken.
Verhit de olie in een hapjespan op matig vuur en fruit hierin de ui, peper, geperste teentjes knoflook en het 7 kruidenpoeder ongeveer 5 minuten. Doe dan de wortel en de stoppelknol erbij, voeg na 5 minuten de aubergine en de tomaat toe. Bak nog 2 minuten en blus af met de groentebouillon. Breng afgedekt aan de kook en laat 10 tot 15 minuten stoven, laat de kikkererwten de laatste 5 minuten meekoken. Controleer of de groenten gaar zijn, breng op smaak met zout en roer de verse munt erdoor. Serveer met brood, rijst of couscous.

Voor 3 personen






woensdag 1 januari 2014

Pasta met reeragout

Na alle feestdagen had ik rijkelijk resten, inclusief een heerlijk stukje reerug dat we met geen mogelijkheid meer opkregen en dat mijn moeder dus maar meegegeven heeft. En daar wist ik wel raad mee. Dit recept is ook geschikt voor andere soorten vlees. Je kunt de overgebleven jus gewoon voor de saus gebruiken en eventueel aanvullen met water. Als je geen of weinig jus hebt, kun je ook nog wat chilipeper of paprikapoeder (of allebei) toevoegen.

Ingrediënten

275 g gegaarde reerug of andere vleesresten
1 ui
2 teentjes knoflook
1 dunne prei
2 rode paprika
1 klein blikje tomatenpuree
zout
groentebouillon (instant)
2 el olijfolie
300 ml water of jus
250 g pasta


Bereiding

Snijd de vleesresten en de paprika in blokjes, hak de ui en de knoflook fijn. Snijd de prei in ringen. Kook de pasta gaar in ruim water met een snufje zout. 
Verhit de olie in een hapjespan op matig vuur, fruit hierin de ui en de knoflook (en eventueel de chilipeper). Voeg de prei toe en bak die zacht. Voeg de tomatenpuree, de jus en eventueel water toe (in totaal 300 ml vocht), breng aan de kook. Doe de paprika erbij en voeg na 5 minuten het vlees toe, laat alles goed doorwarmen. Breng op smaak met groentebouillon en zout en meng met de pasta.

Voor 2 personen